Blogartikel
51 - IK HEB WAT GOED TE MAKEN IN FRIESLAND
IK HEB WAT GOED TE MAKEN IN FRIESLAND
Toen  lukte het niet, maar nu is het zo ver.
Het was niet echt  een belofte die ik 35 jaar geleden deed, maar eigenlijk heb ik toch al die tijd  uitgekeken naar een gelegenheid om iets terug te doen voor het gastvrije Friese onthaal van toen. 
Daarbij komt nog dat ik steeds maar uitkeek naar de kans om ons unieke avontuur te kunnen delen dat wij daar mochten meemaken.
Ik verklaar mij nader.
TAPTOE Breda
Zoals  ik al vertelde in 'BLOG 15 co' was ik  in die periode een meer dan enthousiaste promotieman en verslaggever voor uitgeverij Roularta. 
In die hoedanigheid kreeg ik ook allerlei uitnodigingen voor  persconferenties in mijn ochtendpost. Mijn opdracht was het om telkens te  kijken of ik via die uitnodigingen een voordelige win-win kon organiseren via een of andere ‘ruilingformule’. (wij publiceren een wervende advertentie voor hun event <=> zij maken reclame voor ons tijdens hun event)
Nu  met de uitnodiging die ik toen kreeg, van het Nederlandse consulaat, zou dat waarschijnlijk niet het geval zijn. Maar.... deze  persvoorstelling was ‘na’ de  traditionele werkuren en (vooral) ze had plaats in het Nederlands consulaat zelf,  toen nog op de Mechelse Steenweg in Antwerpen, dus ik ging!
Als NederBelg (cfr BLOG 22co) was het nl. een mooie gelegenheid om daar eens binnen te stappen  zonder dat het om een nieuw paspoort ging. 
Daarenboven ging het over de 3de  Taptoe van Breda en dat soort happenings vind ik sowieso geweldig.
Deze taptoe had al twee jaar met stijgend succes door de garnizoensstad Breda gemarcheerd, zodat men nu ook in het buurland de pers extra wilde laten weten dat ook de Belgen van harte welkom waren voor dit evenement .
De persconferentie verliep in een ontspannen sfeer, waarbij het duidelijk was dat deze organiserende Nederlanders al lang genoeg in België woonden om te weten dat je de pers beter een lekker glas kan aanbieden met een schaaltje bitterballen ipv een glaasje karnemelk en een broodje-kroket. Dus ‘de ‘borrel’ na de persvoorstelling verliep in een enthousiaste sfeer.
Van een koe en een haas
Op  een bepaald moment kom ik hierbij aan de praat met iemand die zich voorstelde  als zijnde van BUZA, waarbij ik leerde dat dat het ministerie van BUtenlandse  ZAken is bij onze noorderburen. 
Het was een ontzettend vriendelijke man en het  was een plezier om er mee te praten, waarbij, gezien de periode van het jaar, er  ook de vraag kwam ‘waar gaat de vakantie naartoe dit jaar?’. 
Ik kon hem heel enthousiast vertellen dat wij juist geboekt hadden om en zeilcursus te gaan volgen op het Sneekermeer in Friesland!
Als kind was ik nl verschillende jaren achter elkaar op vakantie geweest in deze Noordelijkste provincie van Nederland, bij mijn tante die daar als gouvernante werkte bij een erg voorname familie. Dus ik vond dat als wij gingen leren zeilen, dat wij dat best konden doen daar waar bij wijze van spreken het zeilen was uitgevonden.
‘Oh’  zei de BUZA-mijnheer, waarna hij vroeg ‘ken jij het Friese Statenjacht’.  Gelukkig kon ik daar bevestigend op antwoorden waarbij ik de vergelijking  maakte met de ‘Gouden Koets’ van de Nederlandse (toen nog) koningin.die wordt gebruikt bij plechtige gelegenheden.
Het  Statenjacht heeft dus een soortgelijke ceremoniële functie voor de 'Commissaris van de Koningin' (  in ‘België vergelijkbaar met de gouverneur) in Friesland. 
Het is een prachtig  skoeltje of platbodem zeilschip dat als ere-transport dient bij prominente  gelegenheden.
Mijnheer  BUZA was waarschijnlijk gecharmeerd door mijn kennis van dit Nederlandse erfgoed en vroeg  mij plots: 'Wat zou je er van vinden om eens een bezoek te brengen aan het  Statenjacht, om er bv een reportage over te maken?' Ik reageerde onmiddellijk  heel enthousiast op die opportuniteit waar ik ook direct aan toevoegde dat mijn  redactionele armslag vrij beperkt was, gezien mijn opdracht steeds is van te  focussen op commerciële opportuniteiten iets waar toeristische of .historische evenementen zelden  bijhoren. 
Ik denk dat ik toen van hem voor het eerst de uitdrukking hoorde ‘Je weet  maar nooit hoe een koe een haas vangt’ waarmee hij bedoelde ‘dat zien wij dan  achteraf wel weer', ik regel alvast een afspraak met de Commissaris van  Friesland voor de maandag na jullie weekje zeilcursus. 
En hij hield woord !
Zeilen als een echte!
Enkele  weken later zitten wij op het Sneekermeer in een piepklein ‘Valkje’ een  zeilbootje waar precies vier cursisten inkunnen samen met een  instructeur/monitor. Een heerlijke ervaring! 
Instructeur Meno was een ondeugende  zeil-pro die ons alle kneepjes van het vak leerde en het andere koppel waarmee  wij de  notendop deelden leerde ons via allerlei taalspelletjes ons  helemaal te integreren in de voor de rest volledig Nederlands groep. (Foto's)
Uiteraard  hadden wij elke ochtend ook theorieles ivb met navigatie en regelgeving.(Foto's) Ook  volgde er een streng ‘examen’ en wonder boven wonder: wij haalden ons  ‘zeildiploma’. (wsch niet echt ‘Cum laude’ en misschien wel omdat ze wisten dat ik  journalist was, maar ik had weer een papiertje om naast mijn zwembrevet van 50  meter Astridbad te hangen).
Een zondag in Leeuwarden
De zeilcursus eindigde op zaterdag en de afspraak met de 'gouverneur' was maandag ingepland. Dus wij ‘moesten’ een zondag overbruggen in het overwegend protestantse Leeuwarden, de ‘hoofdstad’ van Friesland.
Ik weet niet hoe het nu is wanneer ik dit artikel schrijf meer dan 35 jaar later, maar voor een Bourgondische Vlaming was, met alle respect voor de overtuiging van de inwoners aldaar, een zondag in het sobere hoge noorden van Nederland ahw een beproeving.
Niets was open! Geen enkel café, geen restaurant, geen bioscoop, gewoon niets wat met  ‘entertainment’ te maken heeft. 
Als wij in ons hotel een biertje vroegen kregen  wij het wel, maar tezamen  met een blik  alsof wij uit Sodoma of Gommora kwamen. 
Ik ben dan ook nog nooit zo blij geweest dat het maandag werd!
Het ‘moment suprême’
Het  is zover! Na een haastig ontbijt staan wij op de stoep van het provinciehuis.  Even aanmelden en iets later worden wij hartelijk ontvangen door de commissaris  himself. Hij offreert ons een heerlijk koffietje met koek en stelt ons de  andere aanwezige gasten voor. Het blijkt zijn persverantwoordelijke te zijn.
Een uiterst vriendelijke man met engelse allure inclusief snor. Aansluitend  stelt die mijnheer zijn dochter voor, waarbij hij ons heel beleefd vraagt of wij  het erg zouden vinden als die juffrouw mee zou gaan? De commissaris  verontschuldigde zich namelijk dat hij zelf niet mee op uitstap kan gaan maar  dat de persmijnheer hem  waardig zal vervangen. 
Dat was ook zo, want na een luxueuse autorit arriveren wij weer in zo’n uitgestrekt waterrijk gebied helemaal eigen aan Friesland.
Het eerste dat ons opvalt is een  prachtig boothuis (Foto's) dat voor mijn part een prachtig/ideaal buitenhuis zou zijn,  ware het niet dat het geheel met de buitenmuren rust op de oevers van een inham  van het Sneeker meer.
  Logisch ook, want zoals de definitie ‘boothuis’ al zegt, het is is ahw de garage  voor in dit geval een flink uit de kluiten gewassen boot (zie voor details verder)
En die boot, die nu in volle  allure voor zijn ‘garage’ ligt verdient echt wel zo’n behuizing.
Het is namelijk een prachtig  ship!
Voor zover ik er iets van ken is het een platbodem en op dit moment het enige statenjacht dat Nederland nog heeft. Gebouwd in 1894.
Ik had het er al over, vroeger (+ negentiende eeuw) had elke Nederlandse provincie zo’n Statenjacht ten behoeve van de plaatselijke notabelen bv om naar de jaarlijkse Staten Generaal in Den Haag te reizen, gezien vervoer over water sneller ging dan via de wegen van toen.
Maar even zo goed werden deze schepen ook ingezet om oorlogsdaden te verrichten!
Dus voor elke provincie was ‘hun’ statenjacht werkelijk een paradepaardje dat eigenliik maar een stapje onder die gouden koets van de koninklijke familie staat als historische vervoermiddel.
Nu hier in Friesland staan wij  dus voor de 'laatste der Mohikanen', waar twee heren keurig in uniform allebei met  de mooie officierspet op volop bezig zijn met het extra oppoetsen van het vele koperwerk dat dit schip een extra voornaam cachet geeft.
Mijn fototoestel doet overuren. Ik ben mij dan ook bewust van de eer die ons te beurt valt en wil deze kans ten volle benutten.
En het wordt nog mooier, want wij mogen zelfs de loopplank op en aan boord gaan.
Zo kan ik van lekker dichtbij de statige leeuw op de helmstok fotograferen (Foto), en heel close het touwwerk op de gevoelig plaat vast leggen, wat een buitenkans.
Helemaal mooi wordt het als wij ook binnen in het schip onze gang mogen gaan. Het kombuis alleen al ziet er prachtig uit. Rondom rond allemaal Delftse tegeltjes en mooie glazen deurtjes in de kasten. Alles gepolijst door het vele boenen en poetsen.
'Oeps' in de binnenruimte moeten  wij ons even schrap zetten en vasthouden. Waarschijnlijk een of ander schip dat nogal wild passeert. Tenminste ...
Een boomstam en een potlood 
Als wij uiteindelijk de buik van  het schip terug verlaten, blijkt dat het dat wij aan het varen zijn, de weidse  ruimte van het Sneeker meer op!
Wat een verrassing!
Alvast mijn idee van de uitnodiging was het dat wij de kans zouden krijgen om een aantal foto’s te maken en een interview met de schippers, maar dat wij ook écht zouden gaan varen dat was totaal onverwacht.
En het werd nog mooier!
Eens wij een eindje het meer op zijn en het boothuis al even achter de vegetatie verdwenen was beginnen onze gastheren met het optuigen en ontplooide zich het gigantische zeil dat het schip nog meer allure zou geven.
Veel tijd om bewonderend te kijken krijgen wij niet want plots krijg ik de vraag of ik er wat voor voel om de helmstok, zeg maar het ‘stuur’ van het schip, over te nemen.
Potverdorie, wat een eer!
Vorige week tijdens onze zeilcursus had ik nog maar net geleerd wat ‘oploeven’ en ‘afvallen’ betekent, waarbij ik een helmstokje mocht bedienen dat vergeleken met deze boomstam een potloodje was en hier sta ik nu!
En het  wordt nog mooier!
  Eens ik wat gewend ben aan het 'sturen' (op een enorm meer gewoon rechtuit varen  is nu eenmaal niet zo moeilijk), krijg ik plots een borrelglaasje aangeboden  zonder voetje (Op een zeilschip blijft een gewoon borrelglaasje toch niet staan).  Terwijl een van de gastheren ook een fles Berenburger, de  Friese borrel bij uitstek, in de hand heeft. Of ik zin heb in een borrel? 
Uiteraard nu voel ik mij helemaal als een leerling zeebonk.
Maar het kan nog spannender!
Nu wij  een tijdje aan het varen zijn hebben wij de aandacht getrokken van diverse  zeilscholen die hun nieuwe week-cursus gestart zijn. Die kleine Valkjes en  aanverwante komen dan ook van op eerbiedige afstand kijken naar de trots van  varend Friesland.
  En ja hoor, er kan best nog een schepje bovenop!
Want een van de Valkjes durft wat dichterbij komen en laveert behendig tot op onze hoogte. Dat dit zo vanzelfsprekend lukt is niet verwonderlijk want aan het helmstokje zit onze hoofdmonitor van de zeilcursus van vorige week.
  En gezien hij zelfs recht is gaan staan in zijn wiebelende bootje om beter te kunnen kijken,  kikkelt hij bijna in het water als hij ‘zijn’ landrot uit België plots met een  borrel in de hand aan het roer van het trotse Statenjacht ziet staan.
Dank zij onze 48 m² zeil gaan wij uiteraard veel sneller dus het blijft bij een blitz-moment, toch is dit een van die ontmoetingen die je nooit vergeet.
De Shah van Perzie
Om terug  te keren geef ik de helmstok terug uit handen aan échte zeilers. 
Er staat ons trouwens nog een andere taak te wachten, namelijk het 'gastenboek'! (hoewel dat hier wel het 'Gulden boek' zal heten). 
Het geeft een vreemd gevoel dat mijn houterige hanepoten in een boek komen te staan waar diverse wereldleiders en prominenten ons voorgingen. Eén naam die mij alvast opviel enkele pagina's eerder, was die van de 'Sjah Van Perzie' omdat die in die periode zeer actueel en besproken was.
Niet veel later arriveerden wij terug bij het boothuis.De zeilen waren ondertussen terug keurig opgeplooid en klaar voor een volgende uitstap. 
Wie zou dan de eer te beurt vallen?
Ondertussen hadden we rustig de tijd gehad om wat nader kennis te maken met ook de vriendelijke pers-verantwoordelijke en diens dochter en het is ontzettend jammer dat ik niet meer beschik over zijn coördinaten anders zou ik hem zeker een link sturen van deze blog. 
En natuurlijk denk ik in dat verband ook aan de commissaris en die mijnheer van BUZA die ik niet het plezier heb kunnen gunnen om een écht artikel te zien verschijnen. Ik troost mij hierbij met de gedachte dat ik hen op voorhand had verwittigd dat toeristische artikels niet echt pasten in de rubrieken die wij op dat moment hadden.
Vandaar ook deze poging om de gastvrije Friezen toch mijn waardering te laten blijken voor hun mooie 'Fryslân' waar ik heel mooie  (vakantie)herinneringen aan heb. 
Hun weidse vlakke land met de vele uitnodigende waterpartijen zal bij mij altijd een zweem van nostalgie oproepen om de vele avonturen die ik er mocht beleven. Dat het Statenjacht hierbij een mooie uitschieter is zal niemand verbazen.
En hoewel ik  geen actieve watersporter ben zal ik met plezier terug naar die meest noordelijke provincie van de lage landen trekken al dan niet om te zeilen. 
Wie weet kruisen wij elkaar daar dan wel een keer op het water met een borrel Berenburger in de hand.
Eigenschappen van het Statenjacht
2  | 
Plaquette nummer:  | 2  | Zeil nummer:  | RB18  | 
Categorie:  | A  | Tekening nummer:  | |
Type:  | Boeier  | 
Bouw
Bouwjaar:  | 1894  | Ontwerper:  | E. Holtrop van der Zee  | 
Werf:  | E. Holtrop van der Zee  | Werf plaats:  | Joure  | 
Motor:  | Inbouw  | Motor type:  | Peugeot 1975  | 
Materiaal romp:  | Eikenhout  | Materiaal kajuit:  | Eikenhout  | 
Materiaal zeil:  | Dacron  | ||
Onderwaterschip:  | Kiel:  | 
Afmetingen
Lengte stevens:  | 10,55 m  | Breedte berghout:  | 3,72 m  | 
Diepgang:  | 0,85 m  | Masthoogte water:  | 15,10 m  | 
Oppervlakte grootzeil:  | 0,00 m2  | Oppervlakte fok:  | 0,00 m2  | 
Oppervlakte botterfok:  | 0,00 m2  | Oppervlakte kluiver:  | 0,00 m2  | 
Oppervlakte totaal:  | 0,00 m2  | Oppervlakte overig:  | 0,00 m2  | 
Register Varend Erfgoed Nederland
Registratie nummer:  | 4995  | Registratie datum:  | 30-03-2020  | 
Geregistreerd als:  | Varend Monument®  | 
Tot nu toe bekende eigenaren en namen van het schip
1894 – 1937  | Baron van Harinxma thoe Slooten ( Friso)  | 
1937 – 1944  | Gebroeders Hamstra, Weesp ( Lydianna)  | 
1944 – 1953  | J.S van Mesdag, Hilversum ( Jean Bart)  | 
1954 – Nu (laatst bekend)  | College van Gedeputeerde Staten van Friesland, Leeuwarden ( Friso)  | 
Met dank aan
Stichting Stamboek Ronde en platbodemjachten (Beschermvrouwe H.K.H. Prinses Beatrix )
Meer ontdekken
Wenst u meer informatie?
Wenst u meer informatie omtrent de mogelijkheden voor uw evenement, of zoekt u een coach die uw communicatieve vaardigheden kan aanscherpen?
 Dan kan u altijd vrijblijvend contact opnemen via volgende link: 

